Foutjes in video

Helaas een paar foutjes in de video

Tijd 8:50 -> 5 / 7 = 0,7

Tijd 10:27 -> 32 · 10² / 0,3210 = 9968,8 = 1,0 · 10⁵ (had per ongeluk maal gedaan)

Decimalen

Wanneer we getallen hebben dan zijn de decimalen de getallen die achter de komma staan. Hierbij telt de 0 ook mee als getal. Hieronder een paar voorbeelden:

34,09 = 2 decimalen

0,345 = 3 decimalen

0,3450 = 4 decimalen

0,340  · 10^-2 = 3 decimalen

Decimalen zijn belangrijk wanneer je + en – doet. Hierbij moet je antwoord het aantal decimalen hebben dat gelijk is aan het cijfer met het minst aantal decimalen. Bijvoorbeeld:

1 – 0,4 = 1

1,0 – 0,4 = 0,6

23,1 + 23,47 = 46,6

Significante cijfers

Het aantal cijfers waaruit een getal bestaat met betekenis noemen we het aantal significante cijfers. Een 0 voor een getal heeft geen betekenis, 023 heeft dus 2 significante cijfers. Een 0 achter een getal heeft wel betekenis en tel dus wel mee. Zo heeft 20,0 3 significante cijfers.

Hieronder een paar voorbeelden:

4,5 = 2 significante cijfers

20,10 = 4 significante cijfers

045,00 = 4 significante cijfers

2,03 · 10⁴ -> 3 significante cijfers

4,0 · 10³ -> 2 significante cijfers

Wanneer me · (maal) of / (delen) doen moeten we antwoorden in het aantal significante cijfers dat gelijk is aan het cijfer met het minst significante cijfers.

23,0 · 3,100 = 71,3

23,0000 / 3,100 = 7,419

3400 · 2,0 = 6,8 · 10³

0,56 / 7640 = 7,3 · 10^-5

LET OP: Een telgetal telt niet mee voor aantal significante cijfers. Stel je hebt 4 schoenen dan is dit oneindig significant en hoef je je antwoord dus niet af te ronden op 1 significant cijfer.