Heb je hier wat aan gehad? Abonneer dan op mijn YouTube kanaal:
Doneer meneer Wietsma een kopje koffie:
Klik hier voor een samenvatting van de video
Een beweging heeft een bepaalde snelheid. Deze snelheid is bijna nooit constant en verschilt steeds een beetje. Om hier toch goed mee te kunnen rekenen gebruiken we in de natuurkunde de gemiddelde snelheid. Om deze te berekenen hebben we twee gegevens nodig. Hoeveel afstand is er afgelegd en hoe lang is hier over gedaan. Als we deze twee gegevens hebben kunnen we met de volgende formule de gemiddelde snelheid van een beweging berekenen:
v = De snelheid (velocity) in meter per seconde of kilometer per uur (m/s of km/h)
s = De afstand (space/spatie) in meter of kilometer (m of km)
t = De tijd in seconde of uur (s of h)
We kunnen deze formule ook ombouwen als we bijvoorbeeld de snelheid en de tijd weten en de afstand willen uitrekenen s = v ∙ t
Of wanneer we de snelheid en de afstand weten en de tijd willen uitrekenen:
Zoals je hierboven kunt zien kunnen we snelheid in m/s en km/h uitrekenen. Dit doe je door de begin gegevens (afstand en tijd) in de juiste eenheid te zetten (m of km en s of h). Je kunt ook direct omrekenen van m/s naar km/h en weer terug. Daarvoor gebruiken de we omrekenfactor 3,6. Als je 1 m/s gaat, ga je 1 ∙ 3,6 = 3,6 km/h. Mocht je nu ineens 5 m/s gaan, dan ga je 5 ∙ 3,6 = 18 km/h. Ook andersom werkt dit. Ga je bijvoorbeeld 72 km/h dan ga je 72 / 3,6 = 20 m/s.
Quiz-summary
0 of 12 questions completed
Questions:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
Information
Maak de quiz om te zien of je het snapt
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading...
You must sign in or sign up to start the quiz.
You have to finish following quiz, to start this quiz:
Resultaten
0 van de 12 vragen goed
Time has elapsed
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- Beantwoord
-
Vraag 1 van 12
1. Question
Reken de volgende eenheden om (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- 200 m = (0,2 of 0.2) km
Correct
Incorrect
-
Vraag 2 van 12
2. Question
Reken de volgende eenheden om (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- 2,3 km = (2300,0 of 2300 of 2300.0) m
Correct
Incorrect
-
Vraag 3 van 12
3. Question
Reken de volgende eenheden om (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- 0,4 uur = (1440,0 of 1440 of 1440.0) sec
Correct
Incorrect
-
Vraag 4 van 12
4. Question
Reken de volgende eenheden om (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- 1200 s = (0,3 of 0.3) h (uur)
Correct
Incorrect
-
Vraag 5 van 12
5. Question
Reken de volgende eenheden om (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- 70 min = (1,2 of 1.2) h (uur)
Correct
Incorrect
-
Vraag 6 van 12
6. Question
Reken de volgende eenheden om (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- 30 km/h = (8,3 of 8.3) m/s
Correct
Incorrect
-
Vraag 7 van 12
7. Question
Reken de volgende eenheden om (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- 12 m/s = (43,2 of 43.2) km/h
Correct
Incorrect
-
Vraag 8 van 12
8. Question
Een vlucht van Amsterdam naar New York duurt 8,4 uur. De afstand tussen deze twee steden is 5859 km. Hoe snel gaat het vliegtuig gemiddeld in km/h? (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- (697,5 of 697.5) km/h
Correct
t = 8,4 h
s = 5859 km
v = s / t = 5859 / 8,4 = 697,5 km/hIncorrect
t = 8,4 h
s = 5859 km
v = s / t = 5859 / 8,4 = 697,5 km/h -
Vraag 9 van 12
9. Question
Het record 100 m sprint is 9,58 seconden. Hoe snel gaat de hardloper gemiddeld in km/h? (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- (37,6 of 37.6) km/h
Correct
s = 100 m
t = 9,58 s
v = s / t = 100 / 9,58 = 10,44 m/s
10,44 ∙ 3,6 = 37,6 km/hIncorrect
s = 100 m
t = 9,58 s
v = s / t = 100 / 9,58 = 10,44 m/s
10,44 ∙ 3,6 = 37,6 km/h -
Vraag 10 van 12
10. Question
Wanneer je naar school fietst doe je er 15 minuten over. De afstand die je aflegt is 4,5 km. Hoe snel fiets je in m/s? (Geef je antwoord in een geheel getal, zonder letters)
- (5 of 5.0 of 5,0) m/s
Correct
t = 15 min ∙ 60 = 900 s
s = 4,5 km ∙ 1000 = 4500 m
v = s / t = 4500 / 900 = 5 m/sIncorrect
t = 15 min ∙ 60 = 900 s
s = 4,5 km ∙ 1000 = 4500 m
v = s / t = 4500 / 900 = 5 m/s -
Vraag 11 van 12
11. Question
Moeilijk:
Je gaat met je ouders in de auto op vakantie. Het eerste uur rijden jullie constant met een snelheid van 120 km/h. Daarna hebben jullie een korte pauze van 15 minuten. In Duitsland rijden jullie 3 uur lang met een constante snelheid van 140 km/h. Helaas staan jullie daarna 18 minuten in de file waar jullie met een constante snelheid van 10 km/h rijden. De laatste 30 minuten rijden jullie met een constante snelheid van 130 km/h. Bereken de gemiddelde snelheid die jullie tijdens de hele reis in km/h. (Geef je antwoord met één getal achter de komma, zonder letters)- (120,4 of 120.4) km/h
Correct
De tijd die de reis in totaal koste was: 1 uur + 0,25 uur (=15 minuten ) + 3 uur + 0,3 uur (=18 minuten) + 0,5 uur (=30 minuten) = 5,05 uur
De afstand die je aflegt moet je per stukje berekenen:
s = v ∙ t = 120 ∙ 1 = 120 km
s = v ∙ t = 0 ∙ 0,25 = 0 km
s = v ∙ t = 140 ∙ 3 = 420 km
s = v ∙ t = 10 ∙ 0,3 = 3 km
s = v ∙ t = 130 ∙ 0,5 = 65 kmTotale afstand is 120 + 0 + 420 + 3 + 65 = 608 km
De gemiddelde snelheid is dan: v = s / t = 608 / 5,05 = 120,4 km/h
Incorrect
De tijd die de reis in totaal koste was: 1 uur + 0,25 uur (=15 minuten ) + 3 uur + 0,3 uur (=18 minuten) + 0,5 uur (=30 minuten) = 5,05 uur
De afstand die je aflegt moet je per stukje berekenen:
s = v ∙ t = 120 ∙ 1 = 120 km
s = v ∙ t = 0 ∙ 0,25 = 0 km
s = v ∙ t = 140 ∙ 3 = 420 km
s = v ∙ t = 10 ∙ 0,3 = 3 km
s = v ∙ t = 130 ∙ 0,5 = 65 kmTotale afstand is 120 + 0 + 420 + 3 + 65 = 608 km
De gemiddelde snelheid is dan: v = s / t = 608 / 5,05 = 120,4 km/h
-
Vraag 12 van 12
12. Question
ERG Moeilijk:
De haas en schildpad doen een wedstrijdje hardlopen. De schildpad gaat met een constante snelheid van 2 m/s en de haas met een constante snelheid van 10 m/s. Om het eerlijk te houden krijgt de schildpad een voorsprong van 5 minuten. Na hoeveel seconden haalt de haas de schildpad in? (Geef je antwoord in een geheel getal, zonder letters)- (75) seconden
Correct
Na 5 minuten heeft de schildpad al een afstand afgelegd van s = v ∙ t = 2 ∙ (5 ∙ 60) = 600 m. Nu gaat de haas rennen en gaat 8 m/s sneller dan de schildpad (10 – 2 = 8 m/s) Het verschil in afstand was 600 m en nu kun je de tijd uitrekenen door t = s / v = 600 / 8 = 75 seconden
Incorrect
Na 5 minuten heeft de schildpad al een afstand afgelegd van s = v ∙ t = 2 ∙ (5 ∙ 60) = 600 m. Nu gaat de haas rennen en gaat 8 m/s sneller dan de schildpad (10 – 2 = 8 m/s) Het verschil in afstand was 600 m en nu kun je de tijd uitrekenen door t = s / v = 600 / 8 = 75 seconden
Laat een bericht achter
110 berichten op "Gemiddelde snelheid"
Bij vraag 12 staat “De schildpad gaan” maar dat hoort “De schildpad gaat” te zijn.
Thanks aangepast!
ik snap niet hoe je vraag 3 kan berekenen?
In 1 uur zitten 60 minuten, dus als je van uur naar minuten gaat doe je maal 60 dus is 0,4 uur zitten:
0,4 x 60 = 24 minuten.
In 1 minuut zitten weer 60 seconden, dus als je van minuten naar seconde gaat doe je maal 60 dus is 24 minuten zitten:
24 x 60 = 1440 seconden
bedankt! Die had ik nodig voor me pta
kan je dan ook maal 3600 doen of kom je dan te hoog uit?
Ja, dat kan ook! Van uur naar seconde is maal 3600
Bij vraag negen staat: hoe snel gaan de hardlopers gemiddeld? Maar dat moet zijn: Hoe snel gaat de hardloper gemiddeld? Want het is geen meervoud
Scherp, aangepast!
hoe bereken je vraag 4 ?
60 seconden = 1 minuut
Om van seconden (60) naar minuten (1) te gaan moet je delen door 60, dus
1200 seconden / 60 = 20 minuten
60 minuten = 1 uur
Om van minuten (60) naar uur (1) te gaan moet je delen door 60, dus
20 minuten / 60 = 0,333 uur (1 getal achter de komma, dus 0,3 uur)
Bij vraag 10 staat ‘Wanneer je naar school fiets doe je er 15 minuten over. ‘ Maar het moet zijn ‘Wanneer je naar school fietsT doe je er 15 minuten over. ‘
Scherp gezien! Dank voor het doorgeven en aangepast!
Hoe bereken je vraag 10 ?
Je moet de snelheid berekenen in m/s de tijd moet dus in seconde en de afstand in meter. Als je die hebt is het:
v = m / s = 4500 / 9 = 5 m/s
Beste meneer Wietsma,
Allereerst hartelijk bedankt voor uw uitleg.
Waarom is bij vraag 11 de onderstaande berekening niet correct?
(120+140+130+10):4
Hallo Isa,
Goede vraag! Zie vaak dat leerlingen dit doen. De snelheden duren allemaal niet even lang. De snelheid van 140 km/h duurt wel 3 uur lang terwijl de snelheid van 10 km/h maar 18 minuten duurt. Je berekening mag wel wanneer ze allemaal exact even lang duurde.
Vraag 12 klopt niet. De schildpad loopt ook nog door, maar niet in uw berekening.
Dat heb ik in de berekening meegenomen. Ik heb namelijk de snelheid van de schildpad van die van de haas afgehaald. De haas gaat dan 8 m/s sneller. Dan doet hij er 75s over om de 600m verschil in te halen. Hij heeft dan 10 x 75 = 750 m afgelegd en de schildpad ook: 600 + 2 x 75 = 750m
waarom gaat de haas ineens sneller en hoe moest ik er achter komen dat hij sneller ging?
Bedoel je vraag 12 in de quiz?
Daar staat dat de haas pas na 5 minuten begint. Dus de eerste 5 minuten is de snelheid 0 m/s en daarna 10 m/s.
hoi meester,
ik heb en tabel met een aantal gegevens en er zijn een paar gegevens die ik zelf moet invullen:
gegeven is GEM SNELHEID= 85 km/h
gevraagd wordt om de AFSTAND en de TIJD in te vullen
hoe doe ik dat?
bij voorbaat dank voor uw uitleg
ik heb hier een 1 voor gehaald maar nu mag ik het over doen en snap ik het!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
hoe bereken je vraag 11?
Je moet alle afstanden apart berekenen door de snelheid maal de tijd te doen en deze dan bij elkaar optellen zodat je de totale afstand hebt. Daarna moet je de totale afstand delen door de totale tijd zodat je de gemiddelde snelheid hebt.
het maakt niet uit wat voor antwoord ik invul het is allemaal goed!
De vraag wordt groen omdat je het antwoord gegeven hebt.
Als je het verkeerde antwoord invult wordt deze rood en staat er onder, “incorrect”. Bij een goed antwoord wordt deze groen en staat er “correct”
Hallo ik ben het, Sander. Ik wil even zeggen dat ik deze uitleg/theoriefilmpjes heel erg leerzaam vind. Ik vind het fijn dat je ook overal de tijd voor neemt waardoor alles eigenlijk wel duidelijk is. PS leuk kapsel, alleen ik ben helemaal kaal hahaahaahah :-|)
Hallo Sander,
Fijn dat ik je hiermee kan helpen en positieve berichten geven mij weer energie om door te gaan en er tijd in te stoppen. Voordeel van ons kapsel is dat het altijd goed zit 😉
Kunt u vraag 9 uitleggen?
Sorry voor het late antwoord:
Als eerst reken je de snelheid uit. Je hebt de afstand: 100 m en de tijd: 9,58 s
Je kunt de snelheid uitrekenen met afstand / tijd = 100 / 9,58 = 10,44 m/s (m/s omdat dit de eenheden waren)
Nu staat er in de vraag dat je antwoord in km/h moet dus je doet x 3,6 (dat is de omrekenfactor)
10,44 x 3,6 = 37,6 km/h
maar als ik op mijn rekenmachine 100/9,58 doe krijg ik 10.43…….
Je krijgt als het goed is 10,43841336, ik heb dit afgerond naar 10,44
Ik heb je een paar kopjes koffie gedondeerd 🙂
Heel erg bedankt!
Bij vraag 11 klopt de vraagstelling niet. De 15 minuten stilstaan wordt meegerekend in de berekening. De vraag is echter de gemiddelde snelheid die wordt “gereden”. Bij stilstaan rijdt de auto niet. Dan moet de tijd van stilstaan niet worden meegerekend en is de uitkomst 608/4,8=126,7km/h
Helemaal gelijk, die ga ik aanpassen!
Dank voor het doorgeven!
bij 11 zat ik er 0,6 er naast en dat is zo zuur
Dat is zo weinig dat je het waarschijnlijk gewoon goed hebt gedaan en wat kleine afrondingsfoutjes had.
en bij 6 heb ik x gendaan inplaats van : maar verder heb ik alles goed (tip zet bij het vragen bekijken de nummer van de vraag erbij dat is iets makkelijker zoeken)
Ja die x en : worden door elkaar gehaald. De vragen zelf hebben geen nummer, maar erboven zie je wel bv 6 van 12 (dus dan is het vraag 6)
Beste Mnr. Wietsma,
Ik snap niet hoe je vraag 12 moet berekenen.
Zou u dit kunnen uitleggen?
Je moet die in verschillende stappen doen.
Als eerst reken je uit hoeveel afstand de schildpad krijgt in 5 minuten. Dit is 5 x 60 = 300 s. De schildpad gaat 2 m/s dus heeft een afstand van 300 s x 2 m/s = 600 m afgelegd.
Nu moet je weten hoeveel sneller de haas gaat dan de schildpad. Dit is 10 – 2 = 8 m/s
Als laatste reken je uit hoe lang het duurt om de afstand van 600 m af te leggen met een snelheid van 8 m/s. 600 m / 8 m/s = 75 s.
super erg bedankt, u kan dit zo goed uitleggen, ga zo door!
hoe moet je vraag 5 eigenlijk berekenen
Je moet van minuten naar uren.
Stel je hebt 60 minuten, dan is dat 1 uur. Je doet dan dus delen door 60.
Je doet dus 70 min / 60 = 1,166667 = 1,2 uur
Heel erg bedankt dat u de moeite doet om ons te helpen!
Graag gedaan! En bedankt voor de moeite om een bedankje te schrijven, dat geeft mij iedere keer weer energie om door te gaan;)
Is er een verschil tussen v en v gem of maakt het niets uit als je alleen v = opschrijft. Sorry, is misschien een onduidelijke vraag.
v en vgem zijn inderdaad hetzelfde. In de bovenbouw komen er nog een paar bij.
Ik vind vraag 11 erg lastig kunt u mij helpen?
Je moet alle afstanden apart berekenen door de snelheid maal de tijd te doen en deze dan bij elkaar optellen zodat je de totale afstand hebt.
Daarna moet je de totale afstand delen door de totale tijd zodat je de gemiddelde snelheid hebt.
dank u wel voor uw verhelderende filmpjes! ik heb volgende week toets en ik begrijp het al veel beter. 11/12 goed op de quiz! die toets komt vast helemaal goed! 🙂
Heel veel succes met de toets!
dank u wel!
ik heb een 8,5 gehaald!!!
Netjes! Gefeliciteerd!
tbh, de laatste 2 waren wel echt moeilijk, maar leuk quizje.
heyy moet je bij natuurkunde alles naar boven afronden ook als heb bv 3,3 is?
Nee, afronden zoals bij wiskunde. Dus als je 3,3 wilt afronden is dat een 3.
ik snap niet wat ik moet doen bij vraag 3 ik heb hem fout maar je moet toch om 0,4 uur naar seconden te brengen gedeeld door 3,6
Van uur naar seconde is x 60 x 60 (of x 3600)
De omrekening van 3,6 gebruik je tussen km/h en m/s
bij vraag 9 staat als antwoord 37,6 km/h
maar op de rekenmachine van mij kom ik uit op 37,44 dus ik maak er 37,4 van wat is daar fout aan dit is toch het goede antwoord
Dat komt omdat je afrondt tijdens de berekening, je doet dan aan het einde 10,4 x 3,6 en niet het onafgerondde antwoord. Probeer tussendoor niet af te ronden. Je mag het wel afgerond noteren.
Meneer wietsma ik heb vrijdag pta toets over hoofdstuk 1 en 6 , 10 en 11 kan u mij helpen
Behalve dat je deze video’s kan kijken kan ik niet zo makkelijk helpen.
Mochten het examenonderwerpen zijn dan heb je misschien iets aan mijn examentraining waar je extra oefenvragen kunt vinden per onderwerp:
https://www.natuurkunde-examentraining.nl
Goede quiz
vind ik ook😀
ik snap niet helemaal hoe ik vraag 12 moest berekenen
Ja, die is lastig.
Eerst bereken je hoeveel meter voorsprong de schildpad krijgt in 5 minuten: 600 m
Nu gaat de haas rennen en die gaat 8 m/s sneller dan de schildpad. Met deze snelheid kun je uitrekenen hoe lang het duurt voordat hij de voorsprong van 600 m inhaalt.
t = s / v = 600 / 8 = 75 s.
Dus na 75 s haalt de haas de schildpand in.
Let wel op dat dit een erg moeilijke vraag is. Je hoeft deze dus niet goed te hebben om het onderwerp te snappen.
Ik snap niet hoe je 8 moet uitrekenen
Om de snelheid in km/h uit te rekenen moet je de afstand in km delen door de tijd in h.
ik begrijp opdracht 8 niet
Om de snelheid (v) uit te rekenen in km/h moet je de afstand (s) in km delen door de tijd (t) in uur (h). Je doet dus:
v = s / t = 5859 / 8,4 = 697,5 km/h
kunt u 4 uitleggen?
Van seconde naar minuten is delen door 60, dan van minuten naar uur is weer delen door 60.
Dus: 1200 /60 / 60 = 0,3 uur
Hallo meneer Wietsma,
Heel erg bedankt voor uw uitleg!
Ik snap alleen niet hoe ik vraag 8 moet berekenen.
Kunt u mij dat uitleggen?
Sorry voor het late antwoord, maar alsnog:
Je moet de snelheid uitrekenen in km/h
Je hebt een afstand van 5859 km en een tijd van 8,4 uur.
Dus s = 5859 km en t = 8,4 h.
De snelheid bereken je met v = s / t
Je bult is v = 5859 / 8,4 = 697,5 km/h
Hoii, ik begrijp opdr. 5 niet.
In 1 uur zitten 60 minuten, dus van uur naar minuten is x 60 en van minuten naar uur is / 60.
Je moet nu van minuten naar uur en deelt dus door 60
70 / 60 = 1,2 uur
Bij vraag 9 wordt er om de gemiddelde snelheid gevraagd. Moet je dan niet in je formule de Vgem uitrekenen of heb ik dat fout? en dan naar na pas weer naar de km/h veranderen!
Je berekent inderdaad eerst vgem door de afstand door de tijd te delen en doet dan keer 3,6.
hoe bereken je vraag 6
Om van km/h naar m/s te gaan moet je delen door 3,6
Hoe kan je vraag 8 berekenen?
Om de snelheid (v) uit te rekenen in km/h moet je de afstand (s) in kilometer (km) delen door de tijd (t) in uur (h). Je doet dus:
v = s / t = 5859 / 8,4 = 697,5 km/h
kunt u een video maken over het berekenen volgens het stappenplan van de GGFIRE? alvast bedankt
Vaak doe ik die al in mijn video’s wanneer ik een vraag oplos. Heb er dus geen aparte video van.
hoe kom je bij vraag 1 op 0,2?
1 km staat gelijk aan 1000 m
Dus van m naar km is delen door 1000.
Hoiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii meneer Wietsma. Hoe kan je gemiddelde snelheid bereken bij een s-t-diagram
Heeeyyyyyyyyyy!
Dan kun je uit de s,t-diagram de afstand s aflezen en de tijd t
Vervolgens deel je de afstand door de tijd en heb je de gemiddelde snelheid.
Hii,
In mijn boek staat dat de gemiddelde snelheid delta x gedeeld door delta t is. Is dat precies hetzelfde?
Klopt, is hetzelfde.
Hoe moet je een valsnelheid berekenen?
Net als normale snelheid kun je die berekenen door de afstand te delen door de tijd.
Als het om een eenparige versnelling gaat kun je de gemiddelde snelheid x 2 doen voor de eindsnelheid, dat is wel 3e klas + stof
wat is de makkelijkste mannier om van uren naar seconden te gaan en van seconden naar uren te gaan
1 uur x 60 = 60 min
60 min x 60 = 3600 s
7200 s / 60 = 120 min
120 min / 60 = 2 uur
Hoi meneer Wietsma, ik snap al helemaal niks van Natuurkunde, want heb ook een docent die het niet kan uitleggen en praat ook veelste snel waardoor ik er niks van snap, hoe kan ik Natuurkunde beter begrijpen?
Natuurkunde is een oefen vak. Dus veel vragen maken en nakijken. Fouten maken is prima als je er maar van leert.
Dus maak een vraag, direct nakijken en snappen als het fout was. Dan door naar de volgende vraag.
het is toch Vgem in plaats van alleen V
Klopt vaak wordt vgem en v door elkaar gebruikt. vgem is eigenlijk beter.