Heb je hier wat aan gehad? Abonneer dan op mijn YouTube kanaal:
Doneer meneer Wietsma een kopje koffie:
Klik hier voor een samenvatting van de video
Er zijn verschillende soorten bewegingen die je moet kennen in de natuurkunde. Vaak worden ze weergegeven in afstand, tijd-grafieken (s,t-grafiek of x,t-grafiek). Deze grafieken hebben op de y-as altijd de afstand en op de x-as altijd de tijd.
Eenparige (constante) beweging
Dit is een beweging waarbij de snelheid steeds gelijk blijft en dus niet verandert. Stil staan ( snelheid = 0 m/s) valt hier ook onder. In de grafieken hieronder zie je hoe dat er met een afstand, tijd-grafiek uit ziet.
Eenparige (constante) versnelling
Dit is een beweging waarbij de snelheid steeds groter wordt. In de grafiek hieronder zie je hoe dat er met een afstand, tijd-grafiek uit ziet.
Eenparige (constante) vertraging
Dit is een beweging waarbij de snelheid steeds kleiner wordt. In de grafiek hieronder zie je hoe dat er met een afstand, tijd-grafiek uit ziet.
Iets wat je moet kunnen is het zelf maken van een afstand-tijd grafiek. Iets wat vooral handig is wanneer er twee bewegingen tegelijkertijd zijn. Stel dat je Persoon A en Persoon B hebt die naar elkaar toe lopen. Ze beginnen 42 meter uit elkaar. Persoon A loopt met een snelheid van 1,5 m/s en persoon B met een snelheid van 2 m/s. Na hoeveel tijd en op welke afstand komen ze elkaar tegen?
We gaan hiervoor een afstand,tijd-grafiek maken en daarvoor is het belangrijk dat we eerst de schaal van de assen bepalen. De afstand is makkelijk want ze beginnen 42 meter uit elkaar dus die is van 0 tot 42 meter. De tijd is wat lastiger. Stel dat alleen persoon B zou lopen dan zou hij de afstand van 42 meter in 21 s lopen (t = s / v = 42 / 2 = 21 s). De tijdschaal hoeft dus niet meer te zijn dan 21 seconden.
Nu kunnen we de twee bewegingen erin tekenen. Persoon A laten we op t = 0 s beginnen op 0 meter (s = 0 m). Deze loopt constant en zal na 21 seconden een afstand van 31,5 m gelopen hebben (s = v ∙ t = 1,5 ∙ 21 = 31,5 m). We zetter een stipje op t = 21 s en s = 31,5 m (21;31,5) en trekken een rechte lijn.
Persoon B begint op t = 0 s op s = 42 m (42 meter van persoon A vandaan) en loop als het waren terug. Na 21 s heeft persoon B een afstand van 42 m afgelegd (s = v ∙ t = 2 ∙ 21 = 42 m). Dus we zetten een stipje bij t = 21 s en s = 0 m (want hij liep als het waren terug). Nu trekken we een lijn en zien we precies daar waar de lijn krijgt op welke afstand en welke tijd ze elkaar ontmoeten (zie afbeelding hieronder)
Je kunt het ook berekenen. Daarvoor moet je de snelheden bij elkaar optellen (want ze lopen naar elkaar toe) en krijg je v = 1,5 + 2 = 3,5 m/s
Dan kun je uitrekenen na hoeveel tijd ze elkaar tegen komen: t = s / v = 42 / 3,5 = 12 s.
Je kunt dan ook uitrekenen hoeveel afstand Persoon A en Persoon B hebben gelopen.
Persoon A: s = v ∙ t = 1,5 ∙ 12 = 18 m
Persoon B: s = v ∙ t = 2 ∙ 12 = 24 m
Quiz-summary
0 of 8 questions completed
Questions:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
Information
Maak de quiz om te zien of je het snapt
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading...
You must sign in or sign up to start the quiz.
You have to finish following quiz, to start this quiz:
Resultaten
0 van de 8 vragen goed
Time has elapsed
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- Beantwoord
-
Vraag 1 van 8
1. Question
Hieronder zie je een s,t-grafiek van een beweging. Wat voor soort beweging is A?
Correct
Incorrect
-
Vraag 2 van 8
2. Question
Hieronder zie je een s,t-grafiek van een beweging. Wat voor soort beweging is B?
Correct
Incorrect
-
Vraag 3 van 8
3. Question
Hieronder zie je een s,t-grafiek van een beweging. Wat voor soort beweging is C?
Correct
Incorrect
-
Vraag 4 van 8
4. Question
Hieronder zie je een s,t-grafiek van een beweging. Wat voor soort beweging is D?
Correct
Incorrect
-
Vraag 5 van 8
5. Question
Twee honden zien elkaar op een afstand van 150 m en beginnen naar elkaar toe te rennen om te spelen. Hond A rent met een snelheid van 2,5 m/s en hond B met een snelheid van 3,5 m/s. Na hoeveel tijd komen ze elkaar tegen? (Geef je antwoord in een geheel getal, zonder letters)
- (25 of 25,0 of 25.0) s
Correct
Snelheid samen is v = 2,5 + 3,5 = 6,0 m/s
s = 150 m
Tijd die dan nodig is: t = s / v = 150 / 6,0 = 25 sIncorrect
Snelheid samen is v = 2,5 + 3,5 = 6,0 m/s
s = 150 m
Tijd die dan nodig is: t = s / v = 150 / 6,0 = 25 s -
Vraag 6 van 8
6. Question
Twee honden zien elkaar op een afstand van 150 m en beginnen naar elkaar toe te rennen om te spelen. Hond A rent met een snelheid van 2,5 m/s en hond B met een snelheid van 3,5 m/s. Hoeveel afstand heeft hond A afgelegd wanneer ze bij elkaar zijn? (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- (62,5 of 62.5) m
Correct
v = 2,5 m/s
t = 25 s
s = v ∙ t = 2,5 ∙ 25 = 62,5 mIncorrect
v = 2,5 m/s
t = 25 s
s = v ∙ t = 2,5 ∙ 25 = 62,5 m -
Vraag 7 van 8
7. Question
Twee honden zien elkaar op een afstand van 150 m en beginnen naar elkaar toe te rennen om te spelen. Hond A rent met een snelheid van 2,5 m/s en hond B met een snelheid van 3,5 m/s. Hoeveel afstand heeft hond B afgelegd wanneer ze bij elkaar zijn? (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- (87,5 of 87.5) m
Correct
v = 3,5 m/s
t = 25 s
s = v ∙ t = 3,5 ∙ 25 = 87,5 mIncorrect
v = 3,5 m/s
t = 25 s
s = v ∙ t = 3,5 ∙ 25 = 87,5 m -
Vraag 8 van 8
8. Question
Je staat als keeper in het doel wanneer de tegenaanvaller met de bal jouw kant op rent. Hij rent met een snelheid van 5,0 m/s richting het doel en is daar nog 25 meter van verwijdert. Hoe snel moet je rennen wil je hem op 15 meter van het doel tegenhouden? (Geef je antwoord alleen in cijfers, met één getal achter de komma)
- (7,5 of 7.5) m/s
Correct
Op 15 meter van het doel heeft de aanvaller 10 m afgelegd met een snelheid van 5,0 m/s. Je kunt de tijd uitrekenen die hij daarvoor nodig heeft t = s / v = 10 / 5,0 = 2,0 s.
Je hebt dus 2,0 s om een afstand van 15 meter af te leggen. Met deze gegevens kun je de snelheid berekenen: v = s / t = 15 / 2 = 7,5 m/s.Incorrect
Op 15 meter van het doel heeft de aanvaller 10 m afgelegd met een snelheid van 5,0 m/s. Je kunt de tijd uitrekenen die hij daarvoor nodig heeft t = s / v = 10 / 5,0 = 2,0 s.
Je hebt dus 2,0 s om een afstand van 15 meter af te leggen. Met deze gegevens kun je de snelheid berekenen: v = s / t = 15 / 2 = 7,5 m/s.
Laat een bericht achter
31 berichten op "Verschillende bewegingen"
kunt u misschien ook een knop maken om terug te gaan naar de vorige vraag?
Goed idee! Ik heb nu een klein menuutje boven de vraag waarbij je van vraag naar vraag kunt navigeren. Hoop dat dit helpt!
waarom gebruikt u 20 sec ?
Dan weet je zeker dat die van 2 m/s de afstand 40 m heeft afgelegd en dus de ander is tegengekomen.
Waarom t is 20
De totale afstand is 40 m. Persoon A loopt 2 m/s dus dan is persoon A na 20 seconde klaar (40 / 2 = 20 s). Dan weet je zeker dat ie persoon B is tegen gekomen.
In een vraag stond er iets over een keeper die een tegenaanvaller tegenkwam, dat houd in dat de keeper zelf ook een aanvaller is. Wat voor een slechte keeper ben je dan.
lol ja echt waar
Nogmaals super bedankt voor uw uitleg en alle moeite die u hierin steekt en nu ook voor de oefenvragen. U helpt mij ontzettend!
Heel graag gedaan!
Echt heel erg bedankt voor uw goede uitleg. Mijn cijfers worden hierdoor echt steeds beter. Maar volgens mij is het jouw kant i.p.v. jou kant en bij de uitleg bij incorrect staat doen i.p.v. doel 🙂
Fijn dat ik kan helpen! En bedankt voor het doorgeven van de verbeteringen, aangepast!
Halllo meneer Wietsma
kunt u vraag 6 van de quiz uitleggen ik snap het niet
Bij vraag 5 heb je uitgerekend dat ze er 25 seconden over doen voordat ze bij elkaar komen nml: s / v = t dus 150 / (2,5+3,5) = 25 s
Nu is de vraag welke afstand hond A dan heeft afgelegd.
v = 2,5 m/s
t = 25 s
s = v · t = 2,5 · 25 = 62,5 m
Bij vraag vier zou antwoord 2: eenparige beweging ook juist moeten zijn, niet (stilstand is een eenparige beweging met snelheid 0 dacht ik)…
Wat je zegt klopt, maar als je moet kiezen tussen de twee dan is stilstaan correcter dan eenparige beweging (die is dus niet fout)
Klopt het dat de berekening van vraag 5 niet in de video zit?
Klopt, dat is een andere manier om het ook te berekenen
dank u wel voor deze uitleg nu snap ik het
Ik heb een vraag over vraag 4 want er staat dat hij stilstaat maar in uw samenvatting staat dat een eenparige beweging ook 0m/s is. dus is de vraag waarom is eenparige beweging niet goed bij vraag 4?
Klopt dat het ook een eenparige beweging van 0 m/s is. Maar als je moet kiezen uit de twee dan is stilstaan een betere omschrijving.
kunt u vraag 4 uitleggen van de quiz want ik snap hem niet
Op de y-as zie je afstand staan, en bij deel D zie je dat de afstand steeds rond de 13 m blijft. Er komt dus geen afstand bij, dus de persoon staat stil
dank u we ik snap hem nu… Ik ga een 10 halen!!
Ik weet het niet helemaal zeker maar bij de grafiek bij de versnelling (minuut 2:38) heb je op het begin een kleine versnelling-vertraging-versnelling; je hoeft het niet perse te veranderen maar wel graag even beantwoorden om te kijken of ik het goed zie. Vele groeten Sander ten Slave
Hallo Sander,
Dat zie je goed, een beetje te goed 😉
Gelukkig kijken we er niet zo ver in detail na, maar met de verbeterronde van de video’s zal ik het weghalen!
kunt u mij vraag 8 uitleggen want die begrijp ik niet helemaal
oh ja super bedankt voor deze video’s want daardoor snap ik al heel veel meer
super! dankuwel
Ik heb superveel aan uw uitleg over beweging gehad, heb een 8,5 gehaald!
Super! Gefeliciteerd!