Heb je hier wat aan gehad? Abonneer dan op mijn YouTube kanaal:
Doneer meneer Wietsma een kopje koffie:
Klik hier voor een samenvatting van de video
Soms is het nodig om de spanning te verhogen of te verlagen. Dit kan met een transformator.
Een transformator bestaat uit twee spoelen die om een (week) ijzeren kern gewikkeld zitten. De stroom loopt door 1 van de spoelen (de primaire spoel) en gaat van elektrische energie naar magnetische energie. De (week) ijzeren kern wordt magnetisch en geeft dit door aan de andere spoel (de secundaire spoel). Hier gaat de magnetische energie weer over in elektrische energie.
De transformator werk alleen bij wisselspanning (wat bijvoorbeeld uit een stopcontact komt) want het magnetische veld ontstaat alleen helemaal aan het begin wanneer de stroom wordt aangezet. Bij wisselspanning veranderd de richting van de stroom de hele tijd en lijkt het net of deze steeds weer wordt aangezet.
Als je een schakeling hebt kun je aan het volgende symbool zien om welke soort spanning het gaat:
Als het aantal windingen (aantal keer dat de spoel rond gaat) gelijk is, veranderd er niks. Maar als de secundaire spoel twee keer zoveel windingen heeft wordt de spanning ook twee keer zo groot (bv van 3 V in primaire spoel naar 6 V in secundaire spoel. Het kan ook zijn dat de windingen in de secundaire spoel kleiner zijn. Zijn ze bijvoorbeeld 3 keer zo klein dan gaat de spanning van 3 V naar 1 V.
Dit is niet gratis. Je kunt niet zomaar extra volt maken zonder iets in te leveren. Je levert in dit geval ampère in. Stel je hebt een secundaire spoel die 5 keer meer windingen heeft en er gaan in de primaire spoel 10 A met 5 V. Dan heb je in de secundaire spoel 25 V (5 keer meer) en maar 2 A (5 keer minder!). Om te checken of dit klopt kun je ook het vermogen aan beide kanten bereken P = U ∙ I = 10 ∙ 5 = 25 ∙ 2 = 50 W.
Hieronder zie je het symbool voor een transformator. Soms staan daar getalen boven die aangeven wat de verhouding van de windingen is. In dit geval dus 5 keer zo veel zoals in het voorbeeld hierboven besproken.
In formule vorm ziet het er zo uit:
NP = Aantal windingen in de primaire spoel
NS = Aantal windingen in de secundaire spoel
UP = Spanning in de primaire spoel
US = Spanning in de secundaire spoel
IP = Stroomsterkte in de primaire spoel
IS = Stroomsterkte in de secundaire spoel
Bij ideale transformator is er geen verlies en zal het vermogen in de primaire spoel gelijk zijn aan het vermogen in de secundaire spoel:
PP = PS
Quiz-summary
0 of 10 questions completed
Questions:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
Information
Maak de quiz om te zien of je het snapt
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading...
You must sign in or sign up to start the quiz.
You have to finish following quiz, to start this quiz:
Resultaten
0 van de 10 vragen goed
Time has elapsed
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- Beantwoord
-
Vraag 1 van 10
1. Question
Stel er gaat in deze ideale transformator 10 V aan wisselspanning. Hoe groot is de spanning dan bij de secundaire spoel? (Geef je antwoord in een geheel getal)- (60) V
Correct
10 ∙ 6 = 60 V
Incorrect
10 ∙ 6 = 60 V
-
Vraag 2 van 10
2. Question
Stel er gaat in deze ideale transformator 2 A aan wisselstroom. Hoe groot is de stroomsterkte bij de secundaire spoel? (Geef je antwoord met 1 achter de komma)- (0,3) A
Correct
2 / 6 = 0,3 A
Incorrect
2 / 6 = 0,3 A
-
Vraag 3 van 10
3. Question
Stel er gaat in deze ideale transformator 12 W aan vermogen. Hoe groot is het vermogen dan bij de secundaire spoel? (Geef je antwoord in een geheel getal)- (12) W
Correct
Incorrect
-
Vraag 4 van 10
4. Question
Stel er gaat in deze ideale transformator 7 V aan wisselspanning. Hoe groot is de spanning dan bij de secundaire spoel? (Geef je antwoord met één achter de komma)- (1,2) V
Correct
7 / 6 = 1,2 V
Incorrect
7 / 6 = 1,2 V
-
Vraag 5 van 10
5. Question
Stel er gaat in deze ideale transformator 1,1 A aan wisselstroom. Hoe groot is de stroomsterkte bij de secundaire spoel? (Geef je antwoord met 1 achter de komma)- (6,6) A
Correct
1,1 ∙ 6 = 6,6 A
Incorrect
1,1 ∙ 6 = 6,6 A
-
Vraag 6 van 10
6. Question
Stel er gaat in deze ideale transformator 2,7 W aan vermogen. Hoe groot is het vermogen dan bij de secundaire spoel? (Geef je antwoord met 1 achter de komma)- (2,7) W
Correct
Incorrect
-
Vraag 7 van 10
7. Question
Een ideale transformator wordt gebruikt om 3,4 V wisselspanning te veranderen. De primaire spoel heeft 38 windingen, de secundaire spoel 685. Bereken de spanning in de secundaire spoel (Geef je antwoord met 1 achter de komma)
- (61,3) V
Correct
UP = 3,4 V
NP = 38
NS = 685
= =
US = = 61,3 V
Incorrect
UP = 3,4 V
NP = 38
NS = 685
= =
US = = 61,3 V
-
Vraag 8 van 10
8. Question
Een ideale transformator wordt gebruikt om 0,6 A wisselstroom te veranderen. De primaire spoel heeft 117 windingen, de secundaire spoel 342. Bereken de stroomsterkte in de secundaire spoel (Geef je antwoord met 1 achter de komma)
- (0,2) A
Correct
IP = 0,6 A
NP = 117
NS = 342
= =
IS = 0,3421 · 0,6 = 0,2 A
Incorrect
IP = 0,6 A
NP = 117
NS = 342
= =
IS = 0,3421 · 0,6 = 0,2 A
-
Vraag 9 van 10
9. Question
Je wilt de spanning van het stopcontact (230 V) verlagen naar 4,4 V voor je mobiel. De primaire spoel heeft 1150 windingen. Hoeveel windingen moet de secundaire spoel hebben? (Geef je antwoord in een heel getal)
- (22) windingen
Correct
UP = 230 V
US = 4,4 V
NP = 1150
= =
NS = = 22 windingen
Incorrect
UP = 230 V
US = 4,4 V
NP = 1150
= =
NS = = 22 windingen
-
Vraag 10 van 10
10. Question
Een ideale transformator heeft bij de secundaire spoel met 430 windingen een vermogen van 2,4 W en een spanning van 1,5 V. Bereken de stroomsterkte van de primaire spoel wanneer deze 65 windingen heeft. (Geef je antwoord met 1 achter de komma)
- (10,6) A
Correct
NP = 65
NS = 430
US = 1,5 V
PS = 2,4 W
De stroomsterkte bij de secundaire spoel:
IS = P / U = 2,4 / 1,5 = 1,6 A
De stroomsterkte in de primaire spoel is:
= =
IP = = 10,6 A
Incorrect
NP = 65
NS = 430
US = 1,5 V
PS = 2,4 W
De stroomsterkte bij de secundaire spoel:
IS = P / U = 2,4 / 1,5 = 1,6 A
De stroomsterkte in de primaire spoel is:
= =
IP = = 10,6 A
Laat een bericht achter
39 berichten op "Transformator"
superdankjewel, ik snap het helemaal!
Hoe ziet een wisselspanningsbron er dan wel uit
Goeie vraag! Ik heb het symbool waar je het aan kunt herkent onder het samenvattingskopje. Daarnaast kun je er in een situatie waar een transformator wordt gebruikt vaak van uit gaan dat het om wisselspanning gaat (anders werkt de transformator niet).
Ja
Waarom staat bij vraag 8 de Isecundair in een keer boven? Terwijl aan de rechterkant staat de Nprimair boven. Staat dit ook in je binas?
Als Nprimair boven staat, staat Uprimair ook boven. Dus als de windingen bijvoorbeeld 70 keer zo klein worden, wordt de spanning (volt) ook 70 keer zo klein. Maar het vermogen blijft gelijk! Dus als de spanning 70 keer kleiner wordt, moet iets anders 70 keer groter worden, en dat is de stroomsterkte (ampère).
De stroomsterkte heeft dus de zelfde verhouding, maar de andere kant op du als Nprimair boven staat zal Isecundair beneden staan.
In de samenvatting van de video staat de formule van Np:Ns=Up:Us=Ip:Is, maar Ip en Is moet toch omgedraaid zijn, omdat je wat moet ”’inleveren’?
Helemaal gelijk! Aangepast!
Klopt vraag 4 wel? Want als Up 7 volt is, dan moet Us toch groter zijn, aangezien de verhouden 1:6 is?
Let op dat P en S daar omgedraaid zijn, 1:6 is dus S:P dus S is 6 keer kleiner
ik had bij vraag 7 een punt in plaats van een komma gezet en toen was het gelijk fout
Klopt, anders moet ik nog meer varianten goed rekenen, maar eigenlijk had je het gewoon goed en weet je hoe de berekening moet! Let wel op dat met toetsen/examens een punt fout gerekend wordt.
Ik begrijp dit niet
Is er iets specifieks wat je niet begrijpt? Als je alles niet begrijpt kan ik het helaas niet heter uitleggen met tekst dan dat ik in de video doe
ik begrijp het niet van dat de spanning groter wordt en stroomsterkte kleiner wordt kunt u dat even uitleggen a.u.b.
bij vraag 4 heb ik 7/6 gedaan, mijn rekenmachine gaf 1,1666…. aan maar er word gezegd dat het 1,2V is heeft dat te maken met afronden?
Je hebt het goed gedaan! Ik heb alle antwoorden voor de quiz moeten afronden omdat er anders te veel goede oplossingen zijn.
Een transformator wordt aangesloten op 230V wisselspanning. De secundaire spanning is 10V. Het secundaire aantal windingen is 260. Aangesloten wordt een lamp die 4,0 W opneemt aan vermogen.
^ bereken de primaire stroomsterkte
Ik ga er vanuit dat het een ideale transformator is, dan is het vermogen primair gelijk aan het vermogen secundaire. Er gaat dus een vermogen van 4,0 W in met een spanning van 230 V. Je moet P = U x I ombouwen naar I = P / U = 4,0 / 230
beste meneer Wietsma, ik snap opdracht 2 van de quiz nog niet helemaal zou u mij die kunnen uitleggen?
Als bij een transformator de windingen omhoog gaan, gaan de volt met de zelfde factor ook omhoog, maar de amper gaan met die factor juist omlaag!
Dus als de windingen van 1 naar 6 gaan, wordt de volt 6 keer zo groot, maar de ampère 6 keer zo klein.
Wat gebeurt er met de stroomsterkte wanneer de elektriciteit door een transformator gaat?
Wat gebeurt er met de spanning wanneer de elektriciteit door een transformator gaat?
Wat gebeurt er met het vermogen wanneer de elektriciteit door een transformator gaat?
Je sluit een wisselspanning van 6V aan op een transformator met een primaire spoel van 700 windingen en een secundaire spoel van 250 windingen. Hoe groot is de secundaire spanning? Deel bewerkingen en formule noteren. Antwoorden met gegeven, gevraagd, oplossing, antwoord.
&
Je sluit een wisselspanning van 4V aan op een transformator met een primaire spoel van 850 windingen en een secundaire spoel van 420 windingen. Hoe groot is de secundaire spanning? Deel bewerkingen en formule noteren. Antwoorden met gegeven, gevraagd, oplossing, antwoord.
Kunt u mij hiermee helpen
Ja , ik kan je helpen, maar ga je het antwoord niet geven, ga je alleen op weg helpen. Noteer eerst voor beide vragen de gegevens die je gekregen hebt en wat er gevraagd wordt. Als je die hebt kan ik je verder helpen.
Ik heb gewoon dit gekregen
Ik heb de verbetering nodig, ik had ze fout.
Ok, dan ga ik je helpen!
Noteer eerst voor beide vragen de gegevens die je gekregen hebt en wat er gevraagd wordt. Als je die hebt gaan we naar de volgende stap.
hallo meneer ik snap niet bij vraag 4 , dat het een ideale transformator is en dat dan toch niet de spanning gelijk is hoe kan dat?
Sorry voor het late antwoord, dit bericht kwam niet in mijn lijst op de een of andere manier.
Bij een ideale transformator gaat er geen vermogen verloren, maar de spanning kan wel zeker verlagen of verhogen
hallo mener, wat is het verschil tussen een gewone transformtor en een ideale transformator?
Sorry voor het late antwoord!
Bij een ideale transformator gaat er geen vermogen verloren. Het primaire vermogen is gelijk aan het secundaire vermogen.
Bij een gewone transformator gaat er wel een beetje energie verloren (bv naar warmte) dan is het primaire vermogen groter dan het secundaire vermogen.
mag je ook kruis vermenigvuldig methode gebruiken, dan krijg ik namelijk gelijk het antwoord.
Dat mag zeker!
Beste meneer Wietsma, kan je de secundaire spanning ook berekenen door wisselspanning : Np x Ns te doen? je komt dan met de vraag in het filmpje ook uit op 2,1 V
Ja dat kan ook. Als je Up / Np doet en dan maal Ns krijg je de Us.
Als je 3 transfomatoren in serie plaats . Verhoog je dan de spanning
Dat hangt er helemaal vanaf hoe je de windingen plaatst. Je kunt met 1 transformator de spanning al verhogen of verlagen. Je hebt er niet meer dan dat nodig.