Heb je hier wat aan gehad? Abonneer dan op mijn YouTube kanaal:
Doneer meneer Wietsma een kopje koffie:
Klik hier voor een samenvatting van de video
Om iets in beweging te krijgen moet je er energie in stoppen. Deze energie wordt dan als het waren opgeslagen in de beweging en heet bewegingsenergie of kinetische energie. Je kunt je wel voorstellen dat wanneer je wilt dat iets heel snel gaat, je hier meer energie in moet stoppen. Ook wanneer je iets heel zwaars in beweging wilt brengen moet je hier meer energie in stoppen. Om de bewegingsenergie uit te rekenen gebruiken we de volgenden formule:
Ek = ½ · m ∙ v2
Ek = De bewegingsenergie (Kinetische energie) in joule (J)
m = De massa in kilogram (kg)
v = De snelheid in meter per seconde (m/s)
Let op dat de snelheid altijd in m/s moet. Dus als je km/h krijgt moet je dit eerst omrekenen:
km/h / 3,6 = m/s
m/s ∙ 3,6 = km/h
Belangrijk is om te onthouden dat de bewegingsenergie van een beweging niet veranderd wanneer de beweging met een constante snelheid gaat. Pas wanneer er een vertraging of versnelling is, veranderd de bewegingsenergie.
Quiz-summary
0 of 8 questions completed
Questions:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
Information
Maak de quiz om te zien of je het snapt
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading...
You must sign in or sign up to start the quiz.
You have to finish following quiz, to start this quiz:
Resultaten
0 van de 8 vragen goed
Time has elapsed
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- Beantwoord
-
Vraag 1 van 8
1. Question
Stel je wilt de snelheid berekenen en moet de formule Ek = ½ m ∙ v2 ombouwen. Hoe ziet deze er dan uit?
Correct
Incorrect
-
Vraag 2 van 8
2. Question
Wanneer je s ’ochtends naar school fiets weeg je samen met je fiets 70 kg. Hoeveel energie heb je nodig om van 0 m/s naar 8 m/s te versnellen? (Geef je antwoord in een geheel getal)
- (2240) J
Correct
m = 70 kg
v = 8 m/s
Ek = ½ · m ∙ v2 = ½ · 70 · 82 = 2240 J
Incorrect
m = 70 kg
v = 8 m/s
Ek = ½ · m ∙ v2 = ½ · 70 · 82 = 2240 J
-
Vraag 3 van 8
3. Question
Je laat een voorwerp met een onbekende massa vallen. Net voordat het op de grond komt gaat het met een snelheid van 12 m/s en komt er een energie vrij van 150 J. Hoe zwaar was het voorwerp? (Geef je antwoord alleen in getalen met één getal achter de komma)
- (2,1 of 2.1) kg
Correct
v = 12 m/s
Ek = 150 J
m = 2 · Ek / v2 = 2 · 150 / 122 = 2,1 kg
Incorrect
v = 12 m/s
Ek = 150 J
m = 2 · Ek / v2 = 2 · 150 / 122 = 2,1 kg
-
Vraag 4 van 8
4. Question
Moeilijk: Op de bouw is het belangrijk om een helm te dragen. Zelfs een klein boutje met een massa van 50 g kan als het van een grote hoogte valt met een enorme snelheid op de grond komen. Hoe snel komt een boutje dat van 50 m hoog valt op de grond in km/h? (Gebruik: g = 9,81, de formule voor zwaarte energie en geef je antwoord in een geheel getal)
Hint: Gebruik ook E = m ∙ g ∙ h
- (113) km/h
Correct
m = 50 g = 0,050 kg
h = 50 m
g = 9,81
Ez = m ∙ g ∙ h = 0,050 ∙ 9,81 ∙ 50 = 24,525 J
Ez = Ek = 24,525 J
v = √() = √() = 31,32 m/s
31,32 · 3,6 = 113 km/h
Incorrect
m = 50 g = 0,050 kg
h = 50 m
g = 9,81
Ez = m ∙ g ∙ h = 0,050 ∙ 9,81 ∙ 50 = 24,525 J
Ez = Ek = 24,525 J
v = √() = √() = 31,32 m/s
31,32 · 3,6 = 113 km/h
-
Vraag 5 van 8
5. Question
>Moeilijk: Een auto met een massa van 800 kg rijdt op de snelweg met een snelheid van 108 km/h. Plotseling moet de auto remmen tot 90 km/h. Hoeveel energie moeten de remmen uit de beweging halen in kJ? (Geef je antwoord in een geheel getal)
- (110) kJ
Correct
Bewegingsenergie bij 108 km/h:
m = 800 kg
v = 108 km/h = 30 m/s
Ek = ½ · m ∙ v2 = ½ · 800 · 302 = 360.000 J = 360 kJ
Bewegingsenergie bij 90 km/h:
m = 800 kg
v = 90 km/h = 25 m/s
Ek = ½ · m ∙ v2 = ½ · 800 · 252 = 250.000 J = 250 kJ
Verschil in bewegingsenergie:
360 – 250 = 110 kJ
Incorrect
Bewegingsenergie bij 108 km/h:
m = 800 kg
v = 108 km/h = 30 m/s
Ek = ½ · m ∙ v2 = ½ · 800 · 302 = 360.000 J = 360 kJ
Bewegingsenergie bij 90 km/h:
m = 800 kg
v = 90 km/h = 25 m/s
Ek = ½ · m ∙ v2 = ½ · 800 · 252 = 250.000 J = 250 kJ
Verschil in bewegingsenergie:
360 – 250 = 110 kJ
-
Vraag 6 van 8
6. Question
Moeilijk: Stel je springt op 10 km hoogte uit een vliegtuig en er is geen luchtwrijving. Met welke snelheid in m/s kom je dan op de grond? (Gebruik: g = 9,81 en geef je antwoord alleen in gehele getalen)
- (443) m/s
Correct
h = 10 km = 10.000 m
g = 9,81
Ez = Ek
m ∙ g ∙ h = ½ · m ∙ v2 m staat aan beide kanten dus kun je weg delen
g ∙ h = ½ · v2
9,81 ∙ 10.000 = ½ · v2
98100 = ½ · v2 · 2
196200 = v2 √
v = 443 m/s
Incorrect
h = 10 km = 10.000 m
g = 9,81
Ez = Ek
m ∙ g ∙ h = ½ · m ∙ v2 m staat aan beide kanten dus kun je weg delen
g ∙ h = ½ · v2
9,81 ∙ 10.000 = ½ · v2
98100 = ½ · v2 · 2
196200 = v2 √
v = 443 m/s
-
Vraag 7 van 8
7. Question
Moeilijk: Samen met je fiets weeg je 65 kg en je fiets met een snelheid van 18 km/h. Plotseling moet je remmen en gebruik je hier 350 J aan energie voor. Hoe hard ga je na het remmen in km/h? (Geef je antwoord alleen in getalen met één getal achter de komma)
- (13,6 of 13.6) km/h
Correct
m = 65 kg
vbegin = 18 km/h = 5 m/s
Erem = 350 J
veind = Willen we berekenen in km/h
Ek = Ek + Erem
½ · m ∙ v2 = ½ · m ∙ v2 + Erem
½ · 65 ∙ 52 = ½ · 65 ∙ v2 + 350
812,5 = 32,5 ∙ v2 + 350 – 350
462,5 = 32,5 ∙ v2 / 32,5
14,23 = v2 √
v = 3,77 m/s = 13,6 km/h
Incorrect
m = 65 kg
vbegin = 18 km/h = 5 m/s
Erem = 350 J
veind = Willen we berekenen in km/h
Ek = Ek + Erem
½ · m ∙ v2 = ½ · m ∙ v2 + Erem
½ · 65 ∙ 52 = ½ · 65 ∙ v2 + 350
812,5 = 32,5 ∙ v2 + 350 – 350
462,5 = 32,5 ∙ v2 / 32,5
14,23 = v2 √
v = 3,77 m/s = 13,6 km/h
-
Vraag 8 van 8
8. Question
Moeilijk (Ez doet mee): Tijdens een skeelertocht moet je op een gegeven moment een heuvel van 2,3 m op. Van te voren maak je veel snelheid en begin je de heuvel op te gaan met 25,2 km/h. Tijdens het stijgen geef je geen extra kracht en mag je alle wrijvingen verwaarlozen. Hoe snel ga je in km/h wanneer je de top van de heuvel bereikt hebt? (Gebruik: g = 9,81 en geef je antwoord alleen in getalen met één getal achter de komma)
- (7,1 of 7.1) km/h
Correct
h = 2,3 m
vbegin = 25,2 km/h = 7 m/s
veinde = Willen we berekenen in km/h
Ebegin = Eeinde
Ek = Ek + Ez
½ · m ∙ v2 = ½ · m ∙ v2 + m ∙ g ∙ h
Aangezien overal m staat kun je die weg delen:
½ · v2 = ½ v2 + g ∙ h
½ · 72 = ½ v2 + 9,81 ∙ 2,3
24,5 = ½ v2 + 22,563 -22,563
1,937 = ½ v2 · 2
3,874 = v2 √
v = 1,97 m/s = 7,1 km/h
Incorrect
h = 2,3 m
vbegin = 25,2 km/h = 7 m/s
veinde = Willen we berekenen in km/h
Ebegin = Eeinde
Ek = Ek + Ez
½ · m ∙ v2 = ½ · m ∙ v2 + m ∙ g ∙ h
Aangezien overal m staat kun je die weg delen:
½ · v2 = ½ v2 + g ∙ h
½ · 72 = ½ v2 + 9,81 ∙ 2,3
24,5 = ½ v2 + 22,563 -22,563
1,937 = ½ v2 · 2
3,874 = v2 √
v = 1,97 m/s = 7,1 km/h
Laat een bericht achter
21 berichten op "Kinetische en Bewegingsenergie"
Deze web is erg nuttig! Bedankt! Maar het zou ook heel fijn zijn als u bij de quiz ook moeilijke vragen ( op examen niveau) plaatst!
Wilt u misschien ook uitleg geven over de wet van behoud van energie?
M.v.groet,
Ik probeer de vragen in moeilijkheid te laten opbouwen. Sommige onderwerpen lenen zich daar beter voor dan andere. Ik wil binnenkort inderdaad iets maken van de wet van behoud van energie
Is de formule voor V niet V = √(2xEB) : M ?
Ik kom uit op V = √(2×2000) : 80 = 0.79 m/s
En is de formule voor massa M = 2xEB: V^2?
EB staat voor Bewegingsenergie
Mijn Natuurkunde gaf me namelijk deze 2 formules voor V en M.
Bedankt voor de uitleg!
Bij vraag 4 heeft u voor m: 0,0050 in de formule ingevuld, terwijl dit 0,050 hoort te zijn.
Scherp gezien! Aangepast!
moeten we de wet van behoud van energie niet kennen voor het havo examen? die staat er niet bij
Die moet inderdaad ook, heb deze toegevoegd:
Energieomzetting berekenen
U geeft aan dat wanneer je de snelheid wilt omrekenen naar kilometer per uur, je de uitkomst dient te vermenigvuldigen met 3 * 3,6.
3,6 begrijp ik maar waarom ook nog vermenigvuldigen met 3?
Scherp opgemerkt, ik bedoel daar dat je 7,1 m/s maal 3,6 doet voor km/h
Waarom moet je door 0,5 delen? Wat is hier de logica van? En waarom gaat de snelheid in kwadraat? dank!
Dat komt omdat je een integraal neemt van mv dan krijg je mv2 en een half ervoor, dus 0,5mv2
Dit is verder hogere wiskunde, je hoeft voor de natuurkunde niet te weten waarom dit zo is.
Bij vraag 3 deed u 2 x Ek / v2.
Waarom heeft u het x2 gedaan inplaats van x1/2?
Je moet de x 0,5 weghalen door x 2 te doen of door / 0,5 te doen. Beide komt op hetzelfde neer en is goed.
heb je ook op deze site een uitleg video over de energie van werk. Want ik zit in Portugal op school en krijg een behoorlijke uitleg en allemaal formules erbij om alles maar uit te rekenen. Heeft u nog tips voor mij meneer Wietsma?
Werk als in Work en dus arbeid? Zeker: https://meneerwietsma.nl/krachten/arbeid/
Phoe lastig, geen idee hoe het onderwijs er daar uit ziet. Natuurkunde leer je vooral door te doen. Vragen maken, maar belangrijker, nakijken!
Meneer komen zulke moeilijke vragen ook op Mavo examen? En bedankt voor uw duidelijke uitleg!
Soms wel, maar de meeste examenvragen zijn makkelijker. Om je goed voor te bereiden op een examen kan ik mijn examentraining aanraden:
https://www.natuurkunde-examentraining.nl
Mijnheer Wietsma,
In je filmpje hierboven (kinetische en bewegingsenergie) zeg je dat de kinetische energie = 1/2 . m . v² .
Van waar komt die 1/2? Ik vind er in het filmpje niets over terug.
Dank u.