Filtreren

Dit is een scheidingmethode die je gebruikt om een vloeibare stof en een vaste stof te scheiden. Stel je hebt zand met water dan kun je deze twee stoffen scheiden door ze te filtreren. Vaak gebruik je hier een dun papiertje voor die het zand tegenhoud en het water doorlaat. Dit papiertje heet het filter. Als je het geheel op het filter giet blijft het zand achter en wordt dan residu genoemd. Het water wat door het filter heen komt kun je opvangen en wordt filtraat genoemd.

Extraheren

Dit is een scheidingmethode die je gebruikt om een oplosbare stof en een niet oplosbare stof van elkaar te scheiden.

Wanneer er twee vaste stoffen bij elkaar zitten en je wilt ze scheiden dan kun je gebruik maken van het feit dat één oplosbaar is en de andere niet. Je gebruikt hiervoor een oplosmiddel, vaak water. Stel dat je thee gaat zetten dan wil je wel de kleur-, geur- en smaakstoffen uit de theeblaadjes drinken, maar niet de theeblaadjes zelf. Als je dan heet water bij de theeblaadjes giet, lossen de kleur-, geur- en smaakstoffen op in het oplosmiddel (heet water) en de theeblaadjes niet. Dit heet extraheren. Als deze blaadjes dan ook nog in een zakje zitten ga je direct hierna filtreren.

Indampen

Dit is een scheidingmethode die je gebruikt om een vloeibare stof en een opgeloste stof van elkaar te scheiden.

Wanneer je iets hebt opgelost en je wil het uit de oplossing halen dan kun je dit doen door de oplossing in te dampen. Als je bijvoorbeeld zout hebt opgelost in water dus kun je het zout niet meer zien en er niet meer handmatig uit halen. Als je het geheel nu verwarmt zal het water verdampen. Het zout blijft achter (dit heeft een veel hogere temperatuur nodig om te verdampen). Als al het water uiteindelijk weg is blijven er droge zoutkorrels achter.