Heb je hier wat aan gehad? Abonneer dan op mijn YouTube kanaal:
Doneer meneer Wietsma een kopje koffie:
Klik hier voor een samenvatting van de video
Het periodieksysteem
Er zijn meer dan 100 verschillende atomen die allemaal in het periodiek systeem staan. Dit is een lijst (hieronder) van atomen zo geordend dat ze allemaal hun eigen plekje hebben.
Zoals je ziet heeft ieder atoom zijn eigen nummer. Zo heeft koolstof (C) nummer 6 en stikstof (N) nummer 7. Dit nummer geeft het aantal protonen aan in de atoom kern. Als je dus een atoomkern hebt met bijvoorbeeld 34 protonen, dan kun je in het periodiek systeem zoeken naar het atoom en kom je er achter dat het Se (Seleen) is.
Mocht het aantal protonen veranderen, dan verandert de hele stof en ook de meeste stofeigenschappen. Heb bijvoorbeeld lood (Pb) met 82 protonen en verdwijnen er ineens 3 protonen, dan heb je goud (Au) met 79 protonen.
Als er elektronen verdwijnen of bij komen verandert alleen de lading van het atoom, maar het blijft wel dezelfde stof.
Mochten er neutronen bij komen of weg gaan, dan verandert de massa van het atoom, maar niet het soort atoom.
Isotopen
Hierboven zie je twee atomen. Ze hebben allebei 5 protonen dus het zijn beide boor (B) atomen. De linker heeft 5 neutronen en de rechter heeft 6 neutronen. Hierdoor is de rechter zwaarder. Als je ze zou moeten noteren dan is de linker boor-10 en de rechter boor-11. Het getal geeft de massa van het atoom aan (protonen en neutronen samen).
Wanneer atomen diezelfde soort zijn, maar een andere massa hebben noemen we dit isotopen van elkaar.
Notatie atomen
Zoals we hierboven zagen kunnen we atomen noteren als bijvoorbeeld boor-10 (of B-10). Daarnaast moeten we nog een notatie kennen: B. De 5 onder aan geeft het aantal protonen weer (B zal daar dus altijd een 5 hebben). Het getal boven geeft de massa aan (protonen + neutronen).
Boor-11 kunnen we dus ook noteren als B.
Quiz-summary
0 of 11 questions completed
Questions:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
Information
Maak de quiz om te zien of je het snapt
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading...
You must sign in or sign up to start the quiz.
You have to finish following quiz, to start this quiz:
Resultaten
0 van de 11 vragen goed
Time has elapsed
Categories
- Not categorized 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- Beantwoord
-
Vraag 1 van 11
1. Question
Wat is de afkorting van het atoom met 8 protonen?- (O)
Correct
Incorrect
-
Vraag 2 van 11
2. Question
Wat is de afkorting van het atoom met 15 protonen?- (P)
Correct
Incorrect
-
Vraag 3 van 11
3. Question
Stel je hebt Ar en er gaan 2 protonen af, welke atoom heb je dan? Geef de afkorting- (S)
Correct
Incorrect
-
Vraag 4 van 11
4. Question
Stel je hebt F en er gaan 3 protonen bij, welke atoom heb je dan? Geef de afkorting- (Mg)
Correct
Incorrect
-
Vraag 5 van 11
5. Question
Geef de juiste notatie voor een lithium (Li) atoom met massa getal 7 (Voorbeeld: B-10)- (Li)- (7)
Correct
Incorrect
-
Vraag 6 van 11
6. Question
Geef de juiste notatie voor een neon (Ne) atoom met 10 neutronen (Voorbeeld: B-10)- (Ne)- (20)
Correct
Incorrect
-
Vraag 7 van 11
7. Question
Noteer Ga op de andere manier. (Voorbeeld: B-10)
- (Ga)- (69)
Correct
Incorrect
-
Vraag 8 van 11
8. Question
Je hebt een chloor (Cl) atoom met 20 neutronen wat moet er dan op plek A,B en C staan?
C-
A = (17)
B = (37)
C = (Cl)
Correct
Incorrect
-
A = (17)
-
Vraag 9 van 11
9. Question
Je hebt een kalium (K) atoom met 22 neutronen wat moet er dan op plek A,B en C staan?
C-
A = (19)
B = (41)
C = (K)
Correct
Incorrect
-
A = (19)
-
Vraag 10 van 11
10. Question
Stel het lukt je twee helium-4 (He) atomen met elkaar te laten versmelten. Wat krijg je dan? (Voorbeeld: B-10)- (Be)- (8)
Correct
Incorrect
-
Vraag 11 van 11
11. Question
Moeilijk: Stel een silicium-28 (Si) atoom splits in een koolstof-12 (C) atoom. Welk atoom hou je dan over? (Voorbeeld: B-10)- (O)- (16)
Correct
Incorrect
Laat een bericht achter
12 berichten op "Periodieksysteem en iosotopen"
Stel een silicium-28 (Si) atoom splits in een koolstof-12 (C) atoom. Welk atoom hou je dan over? (Voorbeeld: B-10)
Silicium-28 heeft atoomnummer 14, dus 14 protonen.
Koolstof-12 heeft atoomnummer 12.
Als we naar de massa’s kijken is het 28-12=16 dat overblijft.
Kijken we naar de protonen dan is het 14-12=2
Dus we houden helium-16 (He) over. (in het echt kan dit niet, maar de theorie klopt zo)
Volgens mij is het zo dat:
Koolstof-12 heeft atoomnummer 6, dus 6 protonen.
Als je dan naar de protonen kijkt is het 14-6=8
Bij atoomnummer 8 hoort zuurstof (O)
Dus je houdt zuurstof-16 (O) over.
(of ik heb het fout, maar volgens mij is klopt dit)
Klopt helemaal!
ik snapte vraag 11 niet zouu u die kunnen uitleggen wanthet antwoord is O-16
Tuurlijk!
Je hebt silicium-28 (Si). Hier zitten 14 protonen in (zie periodieksysteem) en de massa is 28.
Hier komt een koolstof-12 (C) uit met 6 protonen en massa 12
Dus je houd over:
Protonen: 14 – 6 = 8
Massa: 28 – 12 = 16
In het periodieksysteem zie je bij 8 protonen O staan (zuurstof) dus het is O-16 (zuurstof-16)
Ik snap vraag 10 niet helemaal. Verder super bedankt voor de goede uitleg!
Dat gaat over het versmelten van twee He-4 kernen. He heeft 2 protonen, dus twee van deze kernen hebben 4 protonen en dat is dus Be. De massa van 4 moet ook maal twee dus wordt 8. Het wordt dan Be-8
Moet je het periodiek systeem onthouden? en opschrijven, of hoort het gewoon bij de video?
Die hoef je niet te onthouden. Dat is info die je krijgt. Maar vraag het voor de zekerheid na bij je eigen docent.
Waar vind ik of een isotoop (in)stabiel is?
Dat kun je in de bovenbouw in de Binas zien. Wanneer een isotoop straling uitzendt, is het instabiel. Anders is het stabiel.
In de onderbouw hoef je dat niet te kunnen opzoeken.